Over beeldformaten

Vanaf het begin van de film in 1895, het jaar dat de gebroeders Lumière hun eerste filmvoorstellingen gaven, is 35mm het meest gebruikte filmformaat. Het wordt nu al meer dan 110 jaar in de bioscopen gebruikt. Het heeft een beeldoppervlak van 18 x 24 mm en is voorzien van een dubbele standaardperforatie van 4 rechthoekige gaatjes rechts en links van het beeld om de film door de projector te kunnen transporteren. In het geval van 35mm geluidsfilm met optisch geluid is aan één zijde een deel van het beeld opgeofferd voor het geluidsspoor. Het geprojecteerde beeld dat men met deze zogenaamde normaal-beeld film verkreeg lag in de verhouding van bijvoorbeeld 4 meter hoog en 3 meter breed. Tot in de jaren vijftig hebben de bioscopen dit formaat als standaard vertoond.

De grote verandering kwam begin jaren vijftig toen in Amerika de televisie zijn intrede had gedaan. Al snel werd dit medium een bedreiging voor de bioscopen. De filmproductiemaatschappijen zochten naarstig naar middelen om de mensen weer in de bioscopen te krijgen. Niet alleen het beeld moest groter maar ook het geluid moest worden aangepast. Het bioscoopbeeld moest zoveel mogelijk de gehele voorwand van de bioscoopzaal, althans in de breedte richting, in beslag nemen en het geluid, wat nog mono was, moest stereofonisch worden. We noemen hier de meest gangbare breedbeeldtechnieken die in Nederland werden of worden gebruikt.


Het eerste systeem welke aan het brede beeld en stereofonisch geluid voldeed was het zogenaamde Cinerama systeem welke in 1952 werd geïntroduceerd. De film werd gelijktijdig door drie projectoren vertoond waarbij de beelden elkaar overlapten om zo tot één groot beeld te worden gecombineerd. Het systeem voorzag verder in een afzonderlijke magnetische geluidsband met zes kanalen. Het systeem was echter zeer omslachtig en bovendien uitermate kostbaar, zodat het onmiddellijk werd gevolgd door een aantal soortgelijke maar minder gecompliceerde projectiemethoden. (Zie ook rubriek Bijzondere Bioscopen: Cinerama Rotterdam).

In de late jaren twintig was de Franse professor Henri Chrétien al bezig met een breedbeeld film (het Anamorphoscope systeem) waarvoor hij een speciale voorzetlens had ontwikkeld waarbij het filmbeeld op gewoon 35 mm film tijdens de opnamen in de breedte werd samengedrukt en bij de projectie door een speciale voorzetlens weer werd uitgerekt waardoor het beeld 2x zo breed werd. Deze voorzetlenzen worden Anamorphoten genoemd. Het systeem vond destijds geen interesse, men was toen nog tevreden met het normaalbeeld systeem. De Amerikaanse filmmaatschappij 20th Century Fox haalde het systeem in 1953 weer uit de mottenballen, verzekerde zich van de wereldrechten en introduceerde met de film “The Robe” het CinemaScope systeem. Doordat Fox de wereldrechten gekocht had konden alleen de Fox breedbeeld films als CinemaScope films genoemd worden. Andere filmmaatschappijen, zoals bijvoorbeeld Warner Bros. Universal en Columbia mochten van Fox ook het CinemaScope systeem gebruiken maar moesten daarvoor wel licensie rechten aan Fox betalen.Ook werd met het CinemaScope systeem een 4 kanalen magnetische geluidsband op de filmkopie aangebracht. Voor theaters die niet over een stereo installatie beschikten werd er tevens een optisch geluidsspoor op de kopie aangebracht. Deze kopieën werden magnopticals genoemd. Ook tegenwoordig wordt CinemaScope nog veelvuldig vertoond, alleen heet het nu “Panavision”.

In 1955 ontwikkelde Michael Todd een opname- en projectiesysteem waarmee beelden worden verkregen die gelijk te stellen zijn aan het Cinerama systeem maar die de nadelen van het Cinerama systeem niet heeft, zoals geen “naden” op het doek en dat projectie met één film en één projector kon worden volstaan. In plaats van 35 mm film maakte Todd gebruik van 70 mm film met zes magnetische geluidssporen. De projectiesnelheid van een 70 mm film ligt hoger dan bij gewone 35 mm films, namelijk 30 beelden per seconde. Het filmbeeldje is eveneens groter: 22 x 48 mm. Philips ontwikkelde een speciale projector die zowel 35 mm als 70 mm films kon vertonen: de DP70. De allereerste 70 mm film was “Around the world in 80 days”.


Elke grote major studio had wel zijn eigen versie van grootbeeld projectie. Fox had zijn CinemaScope, Warner Brothers het zogenaamde WarnerScope (systemen die in principe allemaal gelijk waren) en Paramount bracht VistaVision in de bioscopen. Bij het VistaVision systeem wordt tijdens de opname de film in plaats van verticaal, horizontaal door een speciaal daarvoor gebouwde camera gevoerd. De beeldafmetingen van de originele opnamen zijn 24 x 36 mm. Langs optische weg wordt dit negatief verkleind overgebracht op het 35 mm materiaal en daarbij 90% gedraaid zodat de beeldjes weer normaal op de film staan. Voor projectie had men een speciale VistaVision lens nodig. Hoewel er vele films door Paramount op het VistaVision systeem zijn gemaakt heeft het toch geen echte opgang gehad. Na een aantal jaren werd het vervangen door het Widescreen systeem.

Widescreen filmbeeldje met optisch geluidspoor.

De normaalbeeld film werd in de jaren vijftig vervangen door het zogenaamde Widescreen formaat. Bij dit systeem wordt uitgegaan van een normale filmkopie, maar door de toepassing van een kleiner beeldmasker wordt een gedeelte van de onder- en bovenkant van het filmbeeldje afgedekt. Hierdoor ontstaat een gewijzigde hoogte/breedte verhouding ten opzichte van de normaalbeeld film. Door de film nu te projecteren met een widescreen lens (een lens met een korter brandpuntafstand) wordt het beeld breder. Ergo: widescreen (=breed scherm) projectie. Hoewel widescreen niet zo breed is als CinemaScope is het systeem ter vervanging van het oude normaal beeld wereldwijd als standaard beeldformaat in de bioscopen ingevoerd.

Natuurlijk zijn er meerdere breedbeeldsystemen geweest: Techniscope, CinemaScope 55, SuperScope, Technirama, etc. Al deze formaten waren echter geen lang leven beschoren. Zelfs TODD AO 70 mm is in Nederland van het filmdoek verdwenen. Verdwenen? Niet helemaal. In de tachtiger jaren werd 70mm nieuw leven ingeblazen door het zogenaamde IMAX systeem.

Zie het speciale hoofdstuk over IMAX.

Reageren niet mogelijk...