Luxor (1917 – 1977)

In het midden van deze actie-ansichtkaart
is het Luxor Palast te zien.
(Verzameling E.W.J.Barten)

 

In Rotterdam werd eind 1917 het Luxor Theater geopend, een forse bioscoop met ruim 1000 zitplaatsen, welke ontworpen was door de architect P.J. Vermaas. De exploitanten van het Luxor Theater op de Kruiskade, de heren Theo Goeman en Carel van Zwanenburg zorgden voor een sensationele opening. De openingsfilm van het theater was “Gloria Transita” (”Artiestentrots”) van de Nederlandse regisseur Johan Gildemeijer. Deze “stomme” film vertelt het verhaal van een straatartiest die het tot operaster brengt maar uiteindelijk weer als arme straatartiest eindigt. Om te voorkomen dat de acteur in de film als een vis op het droge zijn mond op en neer zou bewegen zonder ook maar één klank te laten horen had men soloisten van de Lyrische Opera ingehuurd. Als er dus in de film gezongen werd, kwam er geluid vanachter het doek. De hele bioscoop veerde overeind. Dit had men nog nooit meegemaakt.
Vanwege de grootte van het theater en de locatie (centrum binnenstad) trok het Luxor Theater de aandacht van de Duitse UFA die het pand (en bioscopen in Den Haag en Amsterdam) uiteindelijk in 1926 aankochten. Het Luxor Theater werd vervolgens volledig gesloopt omdat men een nog groter theater wilde. Dat werd in 1928 het Luxor Palast dat maar liefst 1600 zitplaatsen telde. Architect van deze nieuwbouw was J. van Wijngaarden. De bioscoop had een opvallende lichttoren en veel vitrines waarin de foto’s en affiches van de te vertonen films te bewonderen waren. Het theater vertoonde meestal films van Duitse afkomst. Zo ook de eerste geluidsfilm die op 14 februari 1930 in het Luxor Palast werd vertoond: “Wenn du einmal dein Herz verschenkst”. Op het toneel waren, volgens de advertentie in de krant, als variéténummer de 3 Brassello’s met hun draadact te zien. Een andere bekende Duitse succesvolle films waren “Die drei von der Tankstelle” en “Der Kongress tanzt” met o.a. Lilian Harvey en de schlager “Das gibts nur einmal, das kommt nie wieder”. Allemaal films die wekenlang in het Luxor Palast werden geprolongeerd.
Het Luxor Theater, of zoals het nu heet `Het Oude Luxor Theater´, rond de eeuwwisseling.
(Foto: Roloff de Jeu)

 

Bij het fatale bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 werden de bioscopen Asta, Thalia, City, Ooster theater, Cineac NRC, Corso, Lumière, Grand, Studio ’32, Centraal, Olympia en Scala vernietigd. Het Luxor Palast werd bij het bombardement wonderbaarlijk gespaard en het was bij de Rotterdammers in en na de oorlog niet zo populair meer. De reden? Luxor was, omdat het eigendom was van de UFA, nogal Duits georiënteerd. Of dit de reden is geweest dat het theater tijdens het bombardement gespaard is gebleven, is tot op heden nooit bewezen. Na de Tweede Wereldoorlog had de Nederlandse overheid het Luxor Palast, als eigendom van de UFA, geconfisceerd. Het Nederlands Beheersinstituut had de bioscoop voor een bepaald bedrag aan de gemeente Rotterdam verkocht die het weer doorverkocht aan de Rotterdamse Kunststichting. Na een verbouwing in 1947 bracht het Luxor Theater (de naam Palast werd verwijderd omdat het direct na de oorlog teveel aan de Duitse overheersing herinnerde) een mengeling van toneel, film, variété, cabaret en operette op het toneel. Na verloop van tijd kreeg het toneel steeds meer de overhand en verdween de functie als bioscoop naar de achtergrond. De laatste wekelijkse filmvoorstellingen werden rond 1977 gestaakt. In 1972 en 1974 werd het interieur van het theater in typische jaren zeventig-stijl verbouwd door Carel Wirtz tot “het mooiste en modernste amusementstheater van ons land’.

 

 

Interieur zaal Luxor Theater
(Foto Roloff de Jeu)

In 1995 werd besloten tot nieuwbouw voor Luxor op de Kop van Zuid. Hierdoor kwam de locatie in het centrum beschikbaar voor hoogbouw. April 2001 werd het nieuwe Luxor Theater geopend. Het oude Luxor staat sinds begin 2005 leeg. Het is nog niet duidelijk wat er in de toekomst met het theater gaat gebeuren.

Reageren niet mogelijk...