Reeds in 1912 werden er in Hoogezand bioscoopvoorstellingen gegeven. Dat gebeurde niet alleen in Hotel Faber (tijdelijk) maar ook in de eerste bioscoop die Hoogezand/Sappemeer rijk was: “Bioscooptheater Hoogezand” van Carl Welte. Deze kermisexploitant deed zijn bioscoop na de Eerste Wereldoorlog al weer van de hand. De bioscoop werd in 1918 aan Gerrit Jan Milius verkocht voor de lieve som van 30.000 gulden. Een voor die tijd erg hoge prijs.
De filmzaal van Bioscoop Hoogezand. (Foto: erven J. Milius)
De directeuren van de scheepswerven in Hoogezand hebben nog getracht de verkoop van de bioscoop te voorkomen. Zij waren bang dat hun werknemers zouden “verwilderen” als ze vaak naar de bioscoop zouden gaan. Hun protest liep op niets uit en de bioscoop kon gelukkig gewoon doordraaien.
Dat Milius vindingrijk was bleek wel toen er in 1931 in Groningen een bioscoopstaking uitbrak en de Stadjers niet meer naar de film konden gaan. Om de Groningers naar Hoogezand te krijgen werden er speciale boten ingezet. Bezoekers uit de stad kregen in het Bioscooptheater Hoogezand een tegemoetkoming in de reiskosten door de entreeprijzen voor de stadjers te verlagen. Inwoners van Hoogezand betaalden gewoon de volle pond.
Toen er in Sappemeer een tweede bioscoop werd gebouwd, notabene door de zoon van Gerrit Jan Milius, kreeg De Hoogezandster bioscoop steeds meer concurrentie. Voeg daarbij de opkomst van de televisie en de daardoor drastisch dalende bezoekcijfers was het eind van de eerste bioscoop van Hoogezand/Sappemeer al snel in zicht. In 1967 werd de bioscoop gesloten.
De verkoop van het pand aan de HEMA ging zo snel dat de projectiecabine met apparatuur en al werd dichtgemetseld. Pas in 1990, toen de HEMA het pand verkocht aan Scapino, werd de ruimte weer geopend en zijn de projectoren er alsnog uitgehaald.