Royal Theater Heerlen (1938 – tot heden)

 

Laurentius van Bergen, die een kermisbedrijf runt, begint in de winter van 1903 met de exploitatie van een reizende bioscoop, naast de reeds bestaande kermisattracties. Twintig jaar later draagt hij zijn bedrijf over aan zijn drie zoons: Alexander, Max, en Mathieu. Zij zetten het bedrijf, dat op dat moment weer uitsluitend kermisattracties runt, voort maar merken al gauw dat de attracties weinig toekomstperspectief hebben. In 1931 stappen ze definitief over naar de bioscoopbranche. Een jaar later bouwen de broers een bioscooptheater in Roermond. Het bedrijf is een groot succes en de Van Bergen’s willen graag uitbreiden. Max van Bergen ziet in het groeiende mijnstadje Heerlen een geschikte locatie, ondanks dat hier al een relatief groot aantal bioscopen aanwezig is. De Nederlandse Bioscoopbond keurt de plannen van Van Bergen goed, onder meer vanwege de monopoliepositie van de gebroeders Hirschberg, die de meeste van de Heerlense bioscopen in handen hebben. Vanaf dat moment ontstaat er een felle concurrentiestrijd tussen de Hirschbergs en de Van Bergens.

 

Het Royal theater Heerlen in 1938.



In 1937 beginnen de Hirschbergs met een ingrijpende verbouwing van hun Hollandia Theater. Tegelijkertijd beginnen de Van Bergens met de bouw van hun nieuwe Royal Theater, dat het mooiste en grootste bioscooptheater van Limburg moet worden.

In exact 100 dagen wordt het Royal Theater gebouwd op een stuk grond tegenover het station. De Heerlense architect Peutz, die enkele jaren eerder al het beroemde Glaspaleis ontwierp, is het brein achter het ontwerp van Royal.
De opening vindt plaats op 29 januari 1938 en Royal overtreft qua grootte en uitstraling het twee weken eerder geopende Hollandia Theater. Er zijn maarliefst 1180 zitplaatsen, verdeeld over de rangen lòge, frontbalcon, stalles, fauteuil, parterre, middenzaal, eerste rang en tweede rang. De entreeprijzen varieren van 40 cent voor de tweede rang tot 1 gulden voor de lòge.
De openingsfilm is de Duits/Italiaanse productie “Mutterlied”.

Het interieur van Royal in 1938.

Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt blijft Royal redelijk goed lopen. Het publiek heeft juist in deze tijd behoefte aan ontspanning. Royal houdt zich vrijwel altijd aan de door de bezetter opgelegde regels, hoewel Max van Bergen toch ook met regelmaat boetes krijgt opgelegd wegens overtredingen, zoals het niet vertonen van propagandafilms, het draaien van verboden zaalmuziek en belediging van NSB-ers. Ook weet het verzet de bioscoop al in 1940 te vinden. In de kelders worden wapens opgeslagen en in de kleedkamers houdt men op bepaalde momenten geallieerde piloten verborgen. Eénmaal haalt het Royal Theater het Polygoonjournaal, wanneer op 11 juni 1942 een grote bijeenkomst plaatsvindt en Seiss-Inquart en Mussert de Duitsgezinde genodigden in de met hakenkruisen gedecoreerde zaal toespreken. De materiele schade aan Royal in de oorlog blijft beperkt. Een uit koers geraakte vliegtuigbom, bedoeld voor de stad Aken, valt in 1943 op het dak, tijdens een uitverkochte voorstelling. De bom komt niet tot ontploffing. Bij de terugtrekking van de Duitsers uit Heerlen op 17 september 1944 gooien ze een brandbom naar binnen, maar het vuur kan vrijwel direct gedoofd worden.

Direct na de oorlog nemen de Amerikanen Royal over. ’s Nachts wordt de zaal gebruikt voor verhoor van krijgsgevangenen die de volgende ochtend op transport gaan. Overdag en ’s avonds vinden er voor de geallieerde soldaten grote shows plaats met beroemde artiesten als Marlene Dietrich en Bob Hope. Als in 1945 ook de rest van Nederland bevrijd wordt keert Royal terug naar het leven van alledag. In 1948 openen de gebroeders van Bergen een derde Royal Theater in Weert. Ze bezitten dan vier bioscopen (sinds oktober 1940 ook de Scala bioscoop in Heerlen). Max van Bergen neemt de leiding over de twee Heerlense bioscopen.

Max’ zoon Laurentius (Lou) werkt al op vroege leeftijd mee in het bedrijf en neemt gaandeweg meer taken over van zijn vader. In de naoorlogse jaren vinden veel vernieuwingen plaats, vooral op technisch gebied. In 1954 krijgt Royal Cinemascope, met een projectiedoek van 12 meter breed en 5 meter hoog. In de zaal, op het balkon en achter het doek worden nieuwe luidsprekers geplaatst voor het stereofonisch geluid. In 1957 investeert Max van Bergen in een projectietelevisie, waarmee in de zaal belangrijke voetbalwedstrijden geprojecteerd kunnen worden. Het beeld is weliswaar niet groot, maar de zaal is hoe dan ook vol.
 

De cabine van Royal

In 1960 stapt Royal over op het Todd-AO systeem. Er komt opnieuw een ander doek, nu met een afmeting van 12,2 bij 5,5 meter. De Philips FP-7 projectoren worden vervangen door Philips DP-70 machines die 70 mm projectie mogelijk maken.

In 1974 is het de beurt aan Sensurround, waarmee vooral bij de rampenfilm Earthquake het publiek flink schrik wordt aangejaagd.

In 1958 geeft de familie Van Bergen opdracht aan het architectenbureau van Peutz om in navolging van Royal een tweede theater te ontwerpen naast Royal. De kleedkamers van Royal worden hiertoe afgebroken. Op 27 november opent het Rivoli theater met 384 zitplaatsen en een doek van 7,94 bij 3,5 meter. De openingsfilm is: “Als Een Verre Glimlach”.

Op 1 september 1973 stopt Lou van Bergen met de exploitatie van Royal, Rivoli en Scala. De magere jaren en de opkomst van de seksfilm hebben de Van Bergens doen besluiten dat er geen brood meer zit in de bioscoopbranche. Scala sluit voorgoed en Royal en Rivoli worden verhuurd aan Tuschinski.
De familie Van Bergen is echter ongelukkig met de nonchalante bedrijfsvoering door Tuschinski, dat weinig succes boekt en zelf in 1977 besluit om de exploitatie over te dragen aan de firma B.E.M. Zij boeken echter nog slechtere resultaten.
 

De filmzaal van Royal anno 2005.

 

Intussen is in 1975 het H5 theater geopend, met vijf zalen. Het is een directe “afstammeling” van het vroegere Hollandia Theater en daarmee dus nog steeds, en nu ook nog de enige, concurrent van Royal/Rivoli.
Als in 1984 de B.E.M. failliet gaat besluit de familie van Bergen het bedrijf weer zelf in handen te nemen. De zalen van Royal en Rivoli krijgen een opknapbeurt en Lou krijgt de verantwoording voor het bedrijf. Zijn zoon Laurens gaat meewerken in het bedrijf.

In 1986 wordt het kleine stuk grond tussen Royal en Rivoli gevuld met de bouw van een derde zaal. Deze kleine zaal met 75 zitplaatsen wordt Maxim gedoopt, als eerbetoon aan Max van Bergen. De openingsfilm is “Jewel of the Nile”.

Vanaf 1993 is de bedrijfsvoering in handen van Laurens van Bergen, de derde generatie in het Royal Theater. De concurrentie met het H5 theater blijft bestaan, al wordt er op sommige punten ook collegiaal samengewerkt.

  

 

Het Royal Theater is anno 2005 niet alleen een bioscoop maar ook theater.

Als rond 2003 de bioscoopbezoeken in Nederland opnieuw beginnen te dalen besluit Royal een nieuwe koers te varen. De theaterfunctie moet weer terugkomen en er wordt geëxperimenteerd met muziek en theater. De formule lijkt succesvol, mede dankzij de langdurige sluiting van de Stadsschouwburg voor een ingrijpende verbouwing. In oktober 2004 worden er twee rijen stoelen uit de zaal weggehaald om plaats te maken voor een groot podium. Ondanks het verdwijnen van zo’n 50 zitplaatsen heeft Royal dan toch nog het grootste aantal zitplaatsen van alle bioscopen in Nederland. Vanaf eind 2004 is Royal naast bioscoop blijvend actief met speciale evenementen. Er vinden concerten en theatervoorstellingen plaats, de Limburgse premières van Floris en Madagascar en diverse sterren vinden hun weg naar Royal.

Ondanks alle intiatieven op theatergebied ontkomt Heerlen niet aan de dip in bioscoopbezoek die rond deze tijd veel bedrijven hard raakt. Mede doordat de gemeente Heerlen niet meewerkt aan noodzakelijk ingrijpen aan het monumentale pand uit 1938, balanceert Royal medio 2007 op het randje van de financiele afgrond.

 

2009: digitalisering en een nieuwe start

In 2009 vinden er enkele belangrijke ontwikkelingen plaats voor de dan 71 jaar oude bioscoop. De belangrijkste is de aankoop van het gebouw door de gemeente Heerlen, waardoor achterstallig onderhoud aan het pand direct kan worden aangepakt. Bovendien geeft de verkoop de broodnodige financiele ademruimte aan de exploitant, die daarop direct besluit om te investeren in de toekomst.

Als een van de eerste bioscopen in Limburg plaatst Royal Theaters een digitale projector in de grote zaal, inclusief 3D module. Later dat jaar wordt ook de tweede zaal, Rivoli, van digitaal 3D voorzien. De derde zaal, Maxim, staat medio 2010 gepland voor digitalisering. Wel krijgen alledrie de zalen alvast een nieuw, groter filmdoek.

In april 2010 is het de beurt aan het interieur. Met de opkomst van steeds meer 3D bioscopen beseft Van Bergen dat hij alle zeilen bij moet zetten om zijn voorsprong op de concurrenten te behouden. De troef van Royal is nog altijd de luxe, de sfeer, de entourage waarmee intussen vier generaties Heerlenaren zijn opgegroeid.
Alle zalen worden voorzien van gloednieuwe, luxe bioscoopzetels, die de oude stoelen uit 1984 vervangen. Hierbij worden de houten schotten in de logevakken verwijderd en zogenoemde ‘loveseats’ geïnstalleerd, hetgeen ook de akoestiek in de loges ten goede komt. De tien rijen op het immense balkon van Royal worden teruggebracht naar vier, waardoor er plaats wordt gemaakt voor extra veel beenruimte en een luxe servicegedeelte aan weerszijden. Naast modernisering en renovatie van de Rivoli- en Maximzaal, worden ook de foyers in een nieuw jasje gegoten en krijgen winkel en buffet een complete make-over.

Als eerste bioscoop in Limburg is Royal Theaters medio 2010 in alle zalen voorzien van digitale 3D projectie, een ontwikkeling die letterlijk en figuurlijk zijn aftrap vindt in de vertoning van het WK voetbal 2010 in 3D.

 

De toekomst

In 2008 berichten dagblad De Limburger en het Limburgs Dagblad dat het pand Royal wordt verkocht aan de gemeente Heerlen en verhuurd aan exploitant Van Bergen voor een periode van vijf jaar. Wat er daarna met de invulling van het pand zal gebeuren is dan nog onduidelijk. Elke bioscoopkenner is het er evenwel over eens dat er niet zomaar een andere functie gevonden zal worden. Het gebouw is ontworpen met een enkel doel: bioscoop. Bovendien zou menig Heerlenaar het verdwijnen van Royal als bioscoop als een gemis beschouwen, ondanks de aanwezigheid van concurrent H5 Theaters en de mogelijke komst van een megabioscoop in de regio. Het is een duidelijk signaal dat veel bioscoopbezoekers de uitstraling van een sfeervol bioscooptheater prefereren boven een ‘fantasieloze blokkendoos’, zoals menigeen de oprukkende multiplexen heeft omschreven. Van Bergen is dan ook vastberaden om ook na 2013, bij het 75-jarig bestaan, de exploitatie van het Royal Theater voort te zetten.

Tekst en foto’s © Ivo Senden ([email protected])
Foto’s mogen niet voor herpublicatie of reproduktie gebruikt worden.
Samenvatting uit de geschiedenis van het Royal Theater in Heerlen.

Reageren niet mogelijk...