Het witte gebouw links is de “Eerste Heldersche Bioscope”
Den Helder heeft eigenlijk maar een paar bioscopen gekend, maar deze waren in de loop der jaren wel op diverse plaatsen gevestigd. Het begon allemaal in 1911 aan de Kanaalweg 122 waar de “Eerste Heldersche Bioscope” werd gevestigd. Een wit pand met ijzeren hekwerk en twee fraai gevormde lichtarmaturen als buitenverlichting vormden de buitenkant van het theater. In 1925 werd de “Eerste Heldersche Bioscoop” omgedoopt in Scala Theater die tot 1930 films vertoonde. In de Koningstraat werd op 26 maart 1913 de Witte Bioscoop geopend en een paar weken eerder werd Bioscoop Tavenu op de Spoorgracht geopend. De Witte Bioscoop was een familiebioscoop en de Tavenu was een bioscoop die zich afzette tegen de smaakbedervende en zedenkwetsende films die in andere theaters te zien waren. Bioscoop Tavenu, gebouwd in het voormalige vis- en ijspakhuis van Baron Van Hartsinck, werd in de volksmond tot “Het Urkertje” omgedoopt. Het verhaal gaat dat een aantal Urkers de naam van de bioscoop vertaalden als “Toegang Voor Enige Nette Urkers”. In de begin jaren trok deze bioscoop veel bezoekers maar na een aantal jaren was het nieuwtje eraf en zakte de kaartverkoop tot een bedenkelijk niveau. In 1924 sloot Tavenu definitief haar deuren.
Het gebouw links met de twee torentjes is “De Witte Bioscope”
De geschiedenis van de Den Helderse bioscopen is daarna terug te voeren tot de twee belangrijkste theaters van de marinestad: de Tivoli en de Rialto. De Tivoli bioscoop was oorspronkelijk gevestigd in de voormalige bottelarij annex Café “’t Centrum”. In 1906 werd dit pand verbouwd tot schouwburg Tivoli. De latere eigenaar van het pand, Piet van Twisk, liet de schouwburg in 1920 verbouwen tot bioscoop. De opening vond plaats op 20 december 1920 met de vertoning van “Koningin der aarde” (Herrin der Welt), een serial film met Mia May en Consul Madsen in de hoofdrollen. De film werd op de achterkant van het filmscherm geprojecteerd waardoor de hinderlijke lichtbundel in de zaal niet te zien was. Dit systeem, waarbij de projector achter op het toneel stond, werd in die tijd wel vaker toegepast. Veiligheidsvoorschriften stonden nog niet in hoog aanzien. Ruim 900 bezoekers zaten als haringen in een ton, noodverlichting ontbrak en brandblusmiddelen waren niet aanwezig en er was geen rookverbod (vroeger mocht men in bioscopen roken). Als versnapering namen de bezoekers vaak pinda’s in dop mee naar de voorstellingen hetgeen na afloop een enorme rotzooi opleverde. Na de dood van Piet van Twisk op 3 januari 1946 kwam het theater in handen van Arie Bakker. De introductie van de CinemaScope film in 1955 maakte een grondige restauratie noodzakelijk. Er werden nieuwe projectoren geinstalleerd, nieuwe centrale verwarming en het aantal zitplaatsen werd aangepast om meer comfort te bieden. Door de opkomst van de televisie liep het bioscoopbezoek behoorlijk terug. De exploitatie ging in 1967 over naar de heer Blansjaar en werd vanaf 1968 voortgezet door de heer Weber. Na de sluiting aan de Molenstraat werd een nieuwe Tivoli gebouwd in het pand van de voormalige Witte Bioscoop aan de Koningstraat. Daar bleef de Tivoli voorstellingen verzorgen tot de sluiting in 1994.
Het voormalige Rialto Theater
De Rialto was aardig honkvast. Het theater werd in 1935 geopend aan de Spoorstraat. De bioscoop was een ontwerp van de architecten Peters en Baanders en telde ruim 850 zitplaatsen. Een groot theater dus. Tijdens een bombardement in de Tweede Wereldoorlog werd het pand volledig verwoest. Een nieuwe Rialto met ruim 400 zitplaatsen werd pas in 1968 aan het Julianaplein geopend. Door de aankondiging van de bouw van een nieuwe megabioscoop van de firma Utopolis werd de toekomst van het Rialto theater tamelijk onzeker. Het 400 zitplaatsen tellend theater werd dan ook rond 2003 officieel gesloten. Het pand waarin Rialto gevestigd was bestaat nog steeds. Tegenwoordig is het onder de naam Rialto Theater en Congrescentrum een multifunctioneel gebouw waarin presentaties, congressen, concerten, theater- en filmvoorstellingen, lezingen, etc. worden gehouden.
Tegenwoordig
Het 6 zalen tellende Utopolis theater met zijn 776 zitplaatsen werd op 6 november 2003 officieel geopend. Deze nieuwe bioscoop is gevestigd op de Oude Rijkswerf Willemsoord. Daarnaast heeft Den Helder nog de beschikking over een Filmhuis die gevestigd is in een voormalig schoolgebouw: Cinema Zevenskoop.
Bronnen:
“100 jaar amusement in Den Helder” en “Bedrijvigheid in Den Helder” van Marinus Vermooten.
Ansichtkaarten en foto uit collectie van Glenn Rovroy.